Biomelk is per definitie diervriendelijke melk. De melk komt van koeien, geiten of schapen die vrij in de wei mogen grazen, biologisch voeder eten en voldoende ruimte in de stal krijgen.

Als je biomelk koopt, dan weet je zeker dat de dieren een goed en gezond leven leiden. Want de bioveeboer zet zich uitdrukkelijk in voor het welzijn van de dieren.

Daarom zal je bij een bioveehouderij altijd weilanden zien, want biokoeien en -geiten moeten minstens tussen 16 mei en 14 oktober vrij naar buiten kunnen om te grazen. De rest van het jaar mag het ook maar het is niet verplicht vanwege ons natte klimaat. De weilanden met vers gras en klaver zijn uiteraard ook 100 procent biologisch, er wordt geen kunstmest op gebruikt.

Daarnaast krijgen de dieren verse of gedroogde biologische voedergewassen (bv. luzerne) of biologisch kuilvoer. Houdt de boer runderen, schapen of geiten dan moet hij ten minste 60 procent van het voer zelf telen of aankopen bij een biologisch landbouwbedrijf uit de regio.

Ook in de stallen is er voldoende ruimte voor de dieren, en dat is bij wet vastgelegd. Ieder dier krijgt om te beginnen een schone ligruimte met droog strooisel. Een biodier heeft ook voldoende ruimte om zijn natuurlijk gedrag te kunnen uiten, dus het dier kan zich omdraaien of rustig gaan liggen. Een biologische melkkoe krijgt minstens 6 m² stalruimte.

Dankzij al deze aspecten is biomelk een natuurlijk en puur product! Wist je dat biomelk een andere vetzuursamenstelling heeft dan gewone melk? Biomelk bevat 50 procent meer omega-3 en minder omega-6. En dat is precies goed voor ons! Want onze gemiddelde inname van omega-3 is te laag en die van omega-6 te hoog. Mooi meegenomen!

Bio. Dat is sowieso goed gekozen.

Deze campagne kwam tot stand dankzij de steun van de EU.