Sinds 2012 is het biologisch areaal in de Europese Unie toegenomen met 58%, een stevige stijging. Biologisch bewerkte gronden nemen nu bijna 10% van het totale Europese landbouwareaal in. Het aantal bioproducenten en bioverwerkers in de EU nam ook aanzienlijk toe. Opvallend is dat een vijfde van de biobedrijven wordt gerund door jongere bedrijfsleiders.
De Europese Commissie maakte recent de balans op van de biolandbouw in Europa van 2012 tot 2020 (meest recente data). En dat levert heel wat positieve cijfers op!
Bioproducenten en verwerkende biobedrijven: flinke stijging
De grote groepen bij de biospelers zijn de bioproducenten (bedrijven die groente- en fruit telen, (pluim)vee houden,..) en de bioverwerkers (bedrijven die bv. kaas, brood, veggieburgers maken).
- De bioproducenten zijn stevig gegroeid met 40%: in 2012 waren ze in Europa met 249.100, in 2020 groeiden ze naar 349.499, een toename met maar liefst 100.000 biobedrijven! Italië staat al enige tijd op kop met 71.590 bioproducenten, Frankrijk volgt met 53.255 en Spanje sluit de top 3 met 44.493 producenten.
- Bij de bioverwerkende bedrijven is een enorme sprong voorwaarts gemaakt. In 2012 waren er 42.667 actief, maar in 2020 waren er al 78.262, dat wil zeggen een groei van maar liefst 83%. Daarbij trekken Italië, Frankrijk en Duitsland stevig aan de kar.
Cijfers over biobedrijven in Europa - (c) VLAM
Jonge bioboeren trekken aan de kar
Wie zijn de bioboeren die met veel enthousiasme aan biolandbouw doen in Europa? Het valt op dat biolandbouwbedrijven vaker een jongere bedrijfsleider hebben dan gangbare (niet-bio) landbouwbedrijven: zo’n 21% van de biobedrijven heeft een bedrijfsleider die jonger is dan 40 jaar, terwijl dat bij niet-biobedrijven slechts 12% is.
Is er ook een verschil in de man-vrouw verdeling? Er zijn iets minder vrouwelijke bedrijfsleiders in de biolandbouw (26%) dan in de conventionele landbouw (32%), al zijn er wel uitzonderingen per lidstaat. Wel verdienen vrouwen die een landbouwbedrijf leiden nog steeds minder dan mannen, maar in de biolandbouw is dat verschil toch wel kleiner (-28%) dan in de gangbare landbouw (-43%).

Bioareaal: toename met 58%
Er zijn ook erg goede cijfers over het Europese bioareaal, of de beschikbare biologische landbouwgrond. In de periode 2012-2020 nam het bioareaal in de EU ieder jaar gestaag toe. Het resultaat: in 2020 was het Europese bioareaal 58% groter dan in 2012. Het groeide van 9,39 miljoen hectare naar 14,86 miljoen hectare (inclusief de gronden in omschakeling naar bio).
Welke landen in de EU staan aan kop qua biogrond? Frankrijk neemt de leiding met 2,5 miljoen hectare biogrond, en Spanje schuift naar de 2e plaats met 2,4 miljoen hectare. Daarna volgen Italië met 2,1 miljoen hectare en Duitsland met 1,6 miljoen hectare. Samen zijn deze vier landen goed voor bijna 60% van het Europese bioareaal.

Aandeel bioareaal: toename met 56%
Hoe staat het met het aandeel van biogrond ten opzichte van het volledige Europese landbouwareaal? In 2012 werd 5,9% van de totale landbouwgrond biologisch bewerkt, maar in 2020 is dit gestegen tot 9,2% - een groei van 56%.
De top 3 oogt hier anders: Oostenrijk teelt al een kwart van zijn grond biologisch met een bioaandeel van 26,5% bio, in Estland is 22,4% van het totale landbouwareaal voor bio bestemd en in Zweden 20,4%. België zit eerder onderaan de lijst met 7,2% bioareaal: 12% in Wallonië en slechts 1,6% (zo’n 10.000 hectare) in Vlaanderen.
Biobedrijven beduidend groter
Een verrassende vaststelling is die van de grootte van de biobedrijven: de gemiddelde grootte van een biologisch landbouwbedrijf in de EU is 41 hectare, beduidend groter dan de 16 hectare van een gangbaar bedrijf. Vooral in Litouwen, Portugal en Slovakije is het verschil groot, daar is bio wel 4 tot 7 keer groter dan niet-bio. In Vlaanderen zijn biologische landbouwbedrijven eerder kleiner dan de gangbare.
Bronnen:
- Het EU-rapport ‘Organic farming in the EU: a decade of organic growth’
- Cijfers van FIBL, het internationale Onderzoekscentrum voor Biologische Landbouw.