Forestree is geen boerderij als een andere. Boerin Kathy Kleinjans is een fan van agroforestry: ze houdt legkippen, schapen en varkens in combinatie met fruit- en notenbomen. “Door bioboer te zijn hoop ik een positieve impact te hebben”.
Zonsopgang
Kathy Kleinjans (27) leidt door haar keuze voor de boerenstiel wel een ander leven dan haar vrienden: “Zelf was ik vroeger een stadsmens en ging ik vaak op reis. In het begin hou je vast aan je oude leven maar dat gaat niet meer. Ik geniet er steeds meer van om fris en goed uitgerust aan de dag te beginnen. Ik sta op tussen 6u en 7u om de dieren eten te geven. Het is een supermooi moment van de dag, met de zonsopgang of in de mist! Een zalig ochtendritueel,” lacht ze.

Boom + dier = agroforestry
Op een prachtige locatie in Schelle bouwt Kathy met Forestree een gemengde bioboerderij uit, dat betekent groenteteelten en veeteelt. Lokaal, eerlijk en natuurlijk zijn haar basisprincipes. De naam Forestree is een woordspeling op agroforestry of boslandbouw, dit is bomenteelt in combinatie met gewassen en/of veeteelt. De bomen en struiken helpen mee om de gronden optimaal te beheren.
Kathy heeft schapen, varkens en legkippen, die de gronden bemesten in een rotatiesysteem. Ook zijn er fruit- en notenbomen en struiken als duindoorn en olijven aangeplant, en die profiteren van de mest van de dieren. Die bomen geven op hun beurt bescherming en schaduw en leveren vruchten, die de dieren ook kunnen opeten. Daarnaast heeft ze een zelfpluktuin van bloemen en een beperkte groentetuin.

Veel ruimte
Ze heeft veel geluk, deze jonge boerin, want ze kan de landbouwgronden van haar ouders gebruiken: “Als jonge boer is het erg moeilijk om aan landbouwgrond te geraken. Ik kreeg een flink duwtje in de rug want ik kon meteen starten op de gronden van mijn ouders. Ik moest ze alleen nog omschakelen naar bio.”
Dankzij al die grond krijgen de dieren veel ruimte op Forestree: “De dieren hebben hier een heel goed leven: ze lopen en eten en wroeten veel buiten en de kippen en varkens krijgen iedere dag krachtvoer. De dieren zitten in een rotatiesysteem waarbij ze om de paar dagen een nieuwe plek krijgen. Eerst grazen de schapen en daarna komen de kippen, die in een mobiele stal (op wielen) wonen. Dit is beter voor de grond én voor de dieren.” De varkens hebben nog een andere rol: “Ze hebben het veld voor de groenten en bloementuin klaargelegd en bemest!” vertelt Kathy met een brede lach.

Maar deze dieren blijven niet eeuwig op de boerderij. Kathy geeft grif toe: “Ik breng de dieren zelf weg naar het slachthuis… dat is niet het fijnste moment. Wel hebben de klanten hier meer contact met de dieren, en daardoor hebben ze meer respect voor het vlees. Er zijn steeds meer mensen die bewust minder vlees eten. Voor mij is dieren biologisch houden een mooie manier om mensen van kwaliteitsvol vlees en eieren te voorzien.”
Houdt ze afstand of heeft ze toch een band met de dieren? “Bij de varkens ken ik vooral de zeugen goed, daar heb ik een zeer sterke band mee. Met de biggetjes en de lammetjes hou ik meer afstand want anders wordt het te moeilijk om ze weg te doen...”
Terug naar de roots
Als stadsmeisje ontdekte ze al snel dat ze gelukkiger werd door buiten en in de velden te zijn. “Ik vind het een supercreatieve job, het is nooit saai,” zegt ze enthousiast. “Door het boeren leer je opnieuw alle life skills die je in de stad niet had. Je moet handig zijn, allerlei problemen oplossen, maar ook verkopen en met mensen omgaan. Je gaat terug naar de roots van wat er belangrijk is in het leven. Ik word daar gewoon blij van. Door bio te telen, hoop ik een positieve impact te hebben.”

=-=-=
De video van dit artikel werd gemaakt in het kader van onze biocampagne:
