Biowijn van Belgische bodem? Bestaat dat? Toch wel. Dichtbij Tienen teelt Hugo Bernar van biobedrijf Hageling zijn eigen biodruiven. Ieder jaar vult hij duizenden flessen met verrukkelijke biologische wijnen.
Hugo Bernar van biobedrijf Hageling heeft een uniek beroep: tot dusver is hij de enige gecertificeerde wijnboer/wijnbouwer van Vlaanderen. Samen met zijn vrouw Greet den Ruyter teelt hij druiven in het Brabantse Hageland, én ze maken er heerlijke biowijn van – rood, wit en rosé. Hoe ze dat doen? Bekijk het filmpje:
Hoe het begon
Het zaadje voor een biobedrijf werd geplant met bezoekjes van Hugo en Greet aan wijngaarden in Duitsland en Frankrijk. Daar namen ze af en toe wat druiventakjes van mee en die plantten ze thuis in de achtertuin. Het koppel wist al hoe je lekkere fruitwijn kon maken en was ook lid van een lokale groep wijnbouwers. Stilaan nam de interesse voor wijn toe. In 1993 nam Hugo de beslissing om zijn eigen wijngaard aan te planten, en meteen ook een biologische. Die omslag gebeurde snel: “Eens dat je druiven aanplant en begint wijn te maken, kun je niet meer terug. De druif is echt wel de ideale vrucht om wijn van te maken,” zegt Hugo.
“Het zal bio moeten zijn”
De keuze voor bio stond als een paal boven water: Hugo had zijn vader op het veld zien werken met chemische producten, en daar had de zoon geen goed oog in. Hij werd lid van Velt Tienen en dat bracht een belangrijke mentaliteitswijziging met zich mee. Op een bepaald moment nam hij een besluit: “Al wat wij doen, zal bio moeten zijn!”. En zo geschiedde. Hij kreeg daarbij de hulp van collega-wijnbouwers in het Hageland. Ook stak hij heel wat op in Duitsland op seminaries over biologische wijnbouw. Raar maar waar: in Frankrijk, het wijnland bij uitstek, bleek het een stuk moeilijker te zijn om info over biowijnbouw te vinden.

De troef: resistente rassen
Heeft België wel het juiste klimaat om druiven te telen? Hugo: “De zomers zijn hier zeker warm genoeg voor druiventeelt, maar soms zijn ze wel extreem droog of extreem nat. We zijn in 1993 gestart met traditionele druivenrassen, maar die waren biologisch moeilijk te telen. Na vier jaar zijn we dan stelselmatig overgeschakeld naar resistente druivenrassen. Die zijn 60 à 80% bestand tegen de schimmelziekte (meeldauw en valse meeldauw), dus nu hebben we weinig tot geen problemen met schimmels. En uiteraard gebruiken we geen chemische bemesting, insecten - of onkruidbestrijding.”
De bio-aanpak
Wat is precies het werk van een biowijnbouwer? De druiventeelt vangt aan met het snoeien van de druivenstruiken in het begin van het jaar. In april begint de bodembewerking om het onkruid te onderdrukken ("Maar in bio bestaat eigenlijk geen onkruid", voegt Hugo er snel aan toe). Vervolgens worden de druiventakken aan de draden aangebonden en kan alles beginnen groeien. In juli wordt de loofwand aangepakt: inkorten en wegsnijden van takken. In augustus worden de takken en de bladeren uitgedund zodat de druiven meer zon krijgen. En dan mag het tussendoor ook wel eens flink regenen, graag zelfs!

De oogst loopt van half september tot half oktober. Hoeveel levert dat op? Hugo glundert: “De wijngaard is bijna 1 hectare groot, en daar oogsten we 7 à 8 ton druiven van. Daar kunnen we dan zo’n 5000 flessen wijn van maken in wit, rood en rosé.”
Verrassend genoeg gebeurt de verwerking van druif tot wijn gewoon bij Hugo thuis, deels in de kelder onder zijn huis, en deels buiten. Ondanks de eerder beperkte ruimte slaagt hij er toch in om een uitstekende biologische wijn te produceren. Wordt er in biowijn ook sulfiet gebruikt? Ja, maar een stuk minder dan in gewone wijn. Bij wijnen met minder dan 2 g suiker in de afgewerkte wijn wordt er 100 mg/l sulfiet toegevoegd bij rode wijn, en 150 mg/l bij witte wijn. Sulfiet is nodig om de fermentatie en oxidatie van de wijn tegen te houden.

Bodembeheer
Wat is er nog specifiek bio aan de teelt? Hugo legt uit: “In niet-bio fruitplantages zie je dat het gras tussen de rijen wordt kort gehouden en dat er onkruidverdelgers worden gebruikt. Maar in bio moet je de bodem gezond houden: wij zorgen er dus voor dat we regelmatig de bodem openmaken en bewerken. Normaal gezien zaaien we in het voorjaar groenbemester in om het bodemleven op peil te houden. Maar deze lente was het zo droog dat dat niet lukte. Dus na het snijden van de ranken na de oogst, gaan we dit najaar groenbemester inzaaien. Met diep wortelende vlinderbloemige gewassen bereiden we de bodem voor op het volgende seizoen.”

Smaakt biowijn anders?
Over kleuren en smaken valt niet te twisten, zegt de volkswijsheid. Het antwoord van Hugo is dan ook genuanceerd: “Smaak is heel persoonlijk. Uiterlijk zie je geen verschil aan de wijn. Maar de innerlijke kwaliteit is anders, de manier waarop de druiven geteeld worden, dat maakt het verschil. Veel mensen zeggen dat mijn wijnen fruitiger zijn dan vergelijkbare niet-bio wijnen. Lekker zijn ze zeker!”
=-=-=
N.B. Drink alcohol steeds met mate én met verstand.
Deze video werd gemaakt in het kader van 'de biocampagne':
