Biologische aardappelen worden enorm vertroeteld in de Belgische keuken. Je kunt er ook zo veel kanten mee uit! Samen met groenten en fruit nemen ze maar liefst 42% van de aankopen van biologische verse voeding voor hun rekening.

Heel wat boeren houden zich bezig met de biogroente- en aardappelteelt: bijna 30% van de biobedrijven zijn gespecialiseerd in groenten in openlucht.

De aardappel is een groente, maar tegelijk is hij ook een bron van koolhydraten. Hij bevat diverse vitaminen en mineralen die in pasta en rijst niet voorkomen, bv. vitamines B1, B6 en C. Maar wat maakt van een aardappel nu een bioaardappel?

Mand met bioaardappelen
Mand met bioaardappelen

Vruchtbare, levende bodem

  • In bio begint alles bij een vruchtbare, levende bodem. Net als biogroente worden bioaardappelen altijd in volle grond geteeld. Bio zet 100% in op de groeikracht en sterkte van de bodem.
  • De bodem is van nature vruchtbaar en biolandbouw wil dat zo veel mogelijk in stand houden door zorgvuldig beheer.De bioboer werkt dus voortdurend aan de bevordering van het bodemleven.
  • Dat bodemleven bestaat uit allerhande levende organismes en insecten, gaande van bacteriën en schimmels tot spinnen en regenwormen. Zij zorgen er samen voor dat het voedsel uit mest en compost door de planten kan worden opgenomen.
  • Dankzij teeltrotatie wordt de vruchtbaarheid van de bodem gestimuleerd, en dat op een natuurlijke, duurzame manier. (lees verder meer over teeltrotatie)

Hoe worden bioaardappelen geteeld?

  • Om goeie aardappels te telen heb je om te beginnen sterke aardappelrassen nodig met een natuurlijke resistentie tegen de aardappelplaag, goeie teelteigenschappen en goede bewaarkwaliteiten . Iedere variëteit heeft eigen kenmerken voor teelt, bewaring, uitzicht, smaak en koken. Robuuste biorassen zijn o.a. Alouette, Biogold, Carolus, Connect, Sarpo Mira. Wereldwijd zijn er zowat 5.000 aardappelrassen.
  • Meestal wordt de aardappel gepoot in april en geoogst in september en oktober.
  • De bioboer voedt de aardappelplant met dierlijke mest (van biodieren) en organische compost – zeker geen kunstmest dus, dat wordt niet gebruikt in bio. Na de oogst wordt meestal een groenbemester gezaaid (=groene planten als klaver, die na enige tijd wordt ondergeploegd om de bodemstructuur te verbeteren.
  • Dankzij de teeltrotatie blijft de bodem in vorm en raakt hij niet uitgeput. Ieder jaar zet de boer een andere teelt op een akker, en dat 4 of 5 jaar lang, vaak afgewisseld met een jaar met grasklaver voor groenbemesting, bv. aardappelen –prei – wortelen – zomertarwe – kolen – grasklaver. Wie steeds hetzelfde teelt (monocultuur), ziet ook steeds hetzelfde onkruid en ook dezelfde ziektes terugkomen, daarom is rotatie erg zinvol. Aardappelen zijn bovendien extra nuttig in de teeltrotatie omdat ze een soort van bodemontsmettende plant zijn.
  • Onkruid wordt meestal machinaal omgewoeld en geschoffeld , soms wordt het ook afgebrand. De teler maakt in ieder geval geen gebruik van chemische herbicides.
  • Schadelijke insecten en mijten pakt de boer aan met netten of hij zet andere insecten of zelfs vogels in die die lastige beestjes wel lekker vinden. Bestrijding puur natuur dus! Uiteraard komen er geen chemische gewasbeschermingsmiddelen aan te pas.

Aanpak van ziektes en schimmels

  • De aardappel heeft helaas vaak te lijden onder de schimmelziekte Phytophtora, een vervelende aardappelplaag. Dit is ook de ziekte die Ierland zwaar trof in het midden van de 19e eeuw en tot grote hongersnood leidde. De Phytophtora is een erg lastige schimmel, met name in warme, natte zomers. De schimmel tast eerst het blad aan en pas later de aardappel zelf. Daarom wordt het loof soms afgeslagen of afgebrand.
  • De bioboer mag geen chemische fungiciden hiertegen gebruiken, maar probeert de schimmel te slim af te zijn door sterke aardappelrassen te kiezen met een goeie ziekteresistentie. Wat ook helpt om de schimmel af te remmen is de aardappelen op tijd te planten en meer ruimte tussen de planten te laten.
  • De rassenkeuze is een erg belangrijk wapen in de strijd tegen de aardappelplaag. Bioaardappelrassen worden continu verfijnd (via natuurlijke veredelingstechnieken) op vroege groei, en op plaagresistentie in het loof en in de knol.
  • Intussen is een Nederlandse veredelaar erin geslaagd om via veredeling een bio-aardappel te ‘ontwerpen’ die compleet resistent is tegen de hatelijke schimmel.
    Wereldwijd zijn er zowat 5.000 aardappelrassen
    Wereldwijd zijn er zowat 5.000 aardappelrassen

Biodiversiteit

  • Biodiversiteit is het aantal soorten dat voorkomt op het land, zowel planten als dieren. Omdat bioboeren zorgvuldig omgaan met de natuur én meer gevarieerde rassen telen, is er op biologische akkers maar liefst 30% meer biodiversiteit aanwezig .
  • Waarom is die biodiversiteit belangrijk? De bloemen, akkerkruiden en grassen in de akkerranden zorgen voor beschutting en voedsel voor akkervogels en stimuleren de aanwezigheid van insecten, vlinders en bijen, die op hun beurt als natuurlijke plaagbestrijders fungeren. Deze natuurlijke ‘vijanden’ (van plagen) vinden er een gunstig microklimaat, beschutting in de winterperiode en alternatief voedsel. In het voorjaar, bij het opduiken van de eerste plagen, kunnen deze vijanden het gewas intrekken en zich tegoed doen aan de eerste plaaginsecten. Op die manier kan een plotse, snelle uitbraak van een plaag worden voorkomen .
  • Lees meer over biodiversiteit.

Bewaren en eten

  • Voor de bewaring van bio-aardappelen mogen geen synthetische producten worden gebruikt. Ventilatie en een voldoende koude omgeving zijn meestal voldoende.
  • Eet je aardappelen beter met of zonder schil? Het is vooral een kwestie van smaak, gemak en voedingswaarde. Weet wel dat er in de schil veel vezels zitten. En die zijn goed voor je!
  • Ook verwerkte bioproducten met aardappel moeten voldoen aan de EU biowetgeving. Zo worden biologische kroketjes of puree bereid met biologische ingrediënten. Darabij zijn alleen additieven van natuurlijke oorsprong toegelaten, die staan vermeld in een 'positieve' lijst (i.e. een duidelijke opsomming van wat toegelaten is). Bepaalde natuurlijke aroma’s mogen wel worden gebruikt, maar kleurstoffen zijn niet toegelaten. In bio worden sowieso geen stoffen of technieken gebruikt die de consument misleiden over de ware aard van de producten.

Hoe herken je biologische aardappelen?

  • Je herkent biologische aardappelen aan het bekende groene EU-biologo en door de wettelijk beschermde term ‘biologisch’.
  • Bij onverpakte bioaardappelen krijg je op de kistkaart meer info over het product, bv. van welk bedrijf het product afkomstig is.

Lees ook