Biologische pluimveehouders kiezen bewust voor een diervriendelijke aanpak. Daarbij staat een comfortabel en gezond leven voor de vleeskip voorop. De kippen mogen vrij naar buiten en krijgen alleen maar biologisch voeder te eten.
Een belangrijk verschil is bovendien dat biologische vleeskippen bijna dubbel zoveel tijd krijgen om te groeien als niet-biologische kippen.
Traag groeiende rassen
- In Vlaanderen werken alle biologische pluimveehouders met traag groeiende kippenrassen (er zijn 6 rassen door de wet erkend). Dit zijn sterke kippen die stressbestendig zijn, en goed tegen temperatuurschommelingen kunnen.
- Deze kippen vertonen meer natuurlijk gedrag: lopen, pikken, krabben,…. Doordat ze meer bewegen, hebben ze minder gezondheidsproblemen en minder uitwendige letsels (bv. aan de poten).
Vrij naar buiten, minder stress
- Vrije uitloop is wettelijk verplicht in bio. Biologische vleeskippen kunnen dus volop genieten van vrije uitloop: ze mogen iedere dag vrij naar buiten van zodra ze groot genoeg zijn om het buitenklimaat te trotseren, en dat van 11u tot zonsondergang.
- Een biokip heeft recht op minstens 4 m² vrije uitloop buiten. Buiten krijgt ze er voldoende voer en drinken aangeboden.
- Een kip is eigenlijk een bosrandvogel, dus de buitenloop moet voldoende begroeiing en schuilmogelijkheden bieden: dat geeft haar beschutting tegen zon, regen en roofdieren.
- Het daglicht heeft bovendien een positief effect en maakt de dieren minder angstig.
- Doordat ze vrij kunnen rondscharrelen, pikken en stofbaden nemen, blijven de kippen rustiger en zitten ze elkaar niet in de veren.
Biokippen houden van een vrije uitloop met begroeiing - (c) VLAM, P. De Laet
Voldoende ruimte in de stal
- Ook in de stal staat het welzijn van de biokip voorop. De dieren hebben er voldoende ruimte om rond te lopen: op 1 m² leven maximaal tien kippen, dat is vastgelegd in de biowetgeving. Ze moeten zich zonder problemen kunnen bewegen: ze moeten kunnen staan, gemakkelijk gaan liggen, zich omdraaien, zich verzorgen en alle natuurlijke bewegingen uitvoeren. Dat verhoogt uiteraard hun welzijn.
- De biokippen genieten in de stal van frisse lucht, hebben meestal ook daglicht en eten biologisch voeder.
- Ten minste één derde van de vloer bestaat uit een vaste bodem (het andere gedeelte kan een latten- of roosterconstructie zijn), en is bedekt met strooisel (stro, houtkrullen, zand …) om fijn in te scharrelen en te pikken. Zo kan de biokip haar typische kippenmanieren uiten.
- In de stal valt meestal daglicht binnen. Dat daglicht zorgt voor de aanmaak van vitamines en maakt de kippen gezonder, minder angstig en minder gestresseerd. ’s Nachts is het minstens acht uur donker in de stal.
- Er zitten maximaal 4.800 biovleeskippen samen in een stal. Om al die kippen vlot naar buiten te laten gaan, zijn er voldoende openingen voorzien vanuit de stal naar de buitenruimte.
Mmm, biologisch voeder
- De kippen krijgen 100% biologisch voeder, voornamelijk granen, zaden en soja geteeld volgens de biologische regels (i.e. met gebruik van organische mest en natuurlijke gewasbestrijding).
- Sinds 2022 moet de pluimveehouder ten minste 30% hiervan zelf telen. Als dat niet mogelijk is, moet hij het aankopen bij een biobedrijf in de regio.
- Uit onderzoek van het Nederlandse Louis Bolk Instituut blijkt dat kippen die biovoeding krijgen meer weerstand hebben, en zich dus beter kunnen verweren tegen ziekte. Mooi meegenomen!
Van biokuiken tot biokip
- Biovleeskippen worden doorgaans geboren als gewone kuikentjes bij een gespecialiseerd bedrijf waar eieren kunstmatig worden uitgebroed. Die kuikens worden dan op biologische wijze verder gekweekt.
- Pas na de zeventigste dag kunnen de dieren als 100% biologisch verkocht worden. Dus er geldt een omschakelperiode van 10 weken.
- Een biovleeskip leeft minstens 71 dagen (10 weken) vooraleer ze haar slachtgewicht bereikt. Dat is bijna dubbel zo lang als een niet-biologische kip.
Wat bij een zieke kip?
- Dankzij de keuze voor sterke rassen, biologisch voer en een gezond buitenleven zijn biovleeskippen minder snel ziek.
- Wordt een kip toch ziek, dan kan de veearts geneesmiddelen voorschrijven. Bij voorkeur zijn dat homeopathische of fytotherapeutische (kruiden en planten) middelen, of sporenelementen, vitaminen of mineralen.
- Is er echt geen andere oplossing om het dier te helpen, dan mag de dierenarts klassieke geneesmiddelen voorschrijven, zoals antibiotica. In dat geval moet de bioveeboer een dubbele wachttijd respecteren (t.o.v. in gangbaar) voordat hij de behandelde kip weer als ‘biologisch’ mag verkopen. Zo ben je als consument zeker dat er geen residuen van die medicatie in het biovlees op je bord terecht komen.
Biocontrole garandeert biokwaliteit
- Alle voorschriften van de biowetgeving met betrekking tot de veehouderij worden gecontroleerd door een onafhankelijke erkende biocontrole-organisatie, en dat in alle schakels van de keten.
- Voor biokip betekent dit een controle bij de kippenveeboer, de voederleverancier, de transporteur, het slachthuis, het bedrijf dat het vlees verwerkt of verpakt, de distributeur én het verkooppunt.
- Hoe werkt zo'n controle-organisatie?
Hoe herken je biokippenvlees?
Leg zelf eens een stukje smakelijk biokippenvlees op je tong! Je herkent het aan het bekende EU-biologo en door de wettelijk beschermde term ‘biologisch’.

Meer weten?
-/-
Met dank aan Biomijnnatuur.be.